Zelfs hier vind je nog een paar rechtvaardigen
Een aangrijpende voorstelling over vuile handen, zuiverheid en moed in Westerbork
Ik heb de indrukwekkende novelle De nacht der Girondijnen van Jacques Presser bewerkt tot een monoloog van 50 minuten.
Voor theaters, scholen (bovenbouw vo), instellingen, kerken en 4 mei-herdenkingen.
Regie: Ferdinand Borger
Tarief: 500 euro (excl. reiskosten)
Speellijst
2021
2 mei
Oosterhout, Theater De Schelleboom
2020
13 januari
23 januari
30 april
Zoetermeer, Bibliotheek AFGELAST
3 mei
Oosterhout, Theater De Schelleboom AFGELAST
4 mei 21.00 uur
Abcoude, Dorpskerk VIA LIVESTREAM
19 november 20.00 uur
Het verhaal
De Joodse leraar Jacques Suasso Henriques meldt zich in 1943 bij de Joodse Ordedienst in kamp Westerbork.
Deze gehate 'Joodse SS' moest in opdracht van de Duitse bezetter de orde in het kamp handhaven en was verantwoordelijk voor de organisatie van het wekelijkse transport naar Auschwitz en Sobibor.
Op deze manier hoopt hij het vege lijf te redden. De ontmoeting met de zachtmoedige 'rebbe' Jeremia Hirsch in barak 52 brengt echter een ommekeer in hem teweeg die hem uiteindelijk noopt een daad te stellen die zijn lot zal bepalen.

"Diep onder de indruk was ik. Er gebeurt van
alles van binnen. Wat zou ik zelf doen in een vergelijkbare situatie, en zou ik
op durven staan tegen zoveel onrecht? Dit verhaal moet iedereen gaan
zien/horen!!"
"Diep onder de indruk was ik. Er gebeurt van
alles van binnen. Wat zou ik zelf doen in een vergelijkbare situatie, en zou ik
op durven staan tegen zoveel onrecht? Dit verhaal moet iedereen gaan
zien/horen!!"
Waarom deze voorstelling?
Omdat ik altijd al onder de indruk ben geweest van het boekje waarop de voorstelling is gebaseerd: De nacht der Girondijnen van Jacques Presser. Een exemplaar van dit Boekenweekgeschenk uit 1957 uit de bibliotheek van mijn vader gaat al jaren met mij mee.
De bekende historicus Jacques Presser maakte er voor een seculiere Jood een opmerkelijk religieus getint verhaal van. Vooral de figuur van de ‘rebbe’ Jeremia Hirsch, één van de gevangenen in Westerbork, raakt mij doordat hij, zoals de ik-figuur het uitdrukt, midden in de hel “niet alleen gaaf kan blijven van binnen, maar ook die gaafheid naar buiten laat uitstralen”.
Dat dat kennelijk kan, in de meest onmenselijke omstandigheden – om daaraan te herinneren wil ik, ook als niet-Jood, dit verhaal verder vertellen en bij een breder publiek onder de aandacht brengen.
Zo is het een verhaal over een specifieke, onvergelijkelijke gebeurtenis – de moord op 6 miljoen Joden – dat de universele hoop vertolkt dat er zelfs in de meest onmenselijke omstandigheden altijd enkelingen zullen zijn die mens weten te blijven. En die zo anderen (zoals de ik-figuur in de novelle) inspireren om hun mens-zijn terug te vinden.
Vandaar ook dat merkwaardige motto dat Presser zijn novelle meegaf – een variant op ‘homo homini lupus’ (Thomas Hobbes): de mens is voor de mens een wolf. Presser maakte ervan: ‘homo homini homo’: de mens is voor de mens… een mens.